Bijna één op de drie Nederlanders kan zich vanaf volgend jaar twee jaar lang laten begeleiden door een leefstijlcoach. Waarschijnlijk zonder eigen kosten. Alleen de Tweede Kamer moet nog akkoord gaan met de aanbevelingen om de leefstijlcoach buiten het eigen risico van de basisverzekering te houden. Wat is een leefstijlcoach? Wat doet deze begeleider die straks 5 miljoen potentiële cliënten heeft?
5 miljoen is het aantal Nederlanders die een chronische ziekte als diabetes of hart- en vaatziekten hebben, of het risico lopen dat soort aandoeningen te ontwikkelen. Zij kunnen straks van de huisarts een verwijzing krijgen naar de leefstijlcoach. CZ is in samenwerking met de Universiteit Maastricht al sinds 2014 bezig met een proef waarbij zij mensen uit deze risicogroep aan een leefstijlcoach koppelen. De coaches zetten mensen aan tot meer bewegen en gezonder eten. Nu staan dat soort voornemens bij veel mensen op het lijstje. Daar blijft het geregeld ook bij. Bij anderen die wel enthousiast aan de slag gaan in de sportschool of op de fiets, begint na drie weken het zoeken naar redenen om vandaag maar even niet te gaan.
De leefstijlcoach moet de zoektocht naar excuses voorkomen. En dat lukt ook, zegt Madelon Johannesma, programmamanager zorginnovatie bij CZ. “Je ziet dat mensen gezonder eten met meer groenten en fruit, minder snacken en meer bewegen, ook intensief zodat de hartslag omhoog gaat. Het mooiste is, we hebben ook na twee jaar gemeten en gezien dat de resultaten behouden blijven. Dat is uniek, want meestal zie je dat na twee jaar veel mensen zijn teruggevallen.”
Hoe doet de coach dat? “Door kleine stapjes te zetten waarmee je uiteindelijk een resultaat bereikt. Er wordt geen beweegprogramma aangeboden, of een dieet. De leefstijlcoach kijkt naar de persoon, wat de beweeg en eetgewoontes zijn, hoe je in dat patroon kleine stapjes kunt zetten om gezonder te leven.”
Elke deelnemer krijgt dus een eigen programma, op maat. Voor de een zal daar de sportschool in zitten, maar de ervaring leert Johannesma dat de meeste mensen daar een hekel aan hebben. “Zij fietsen liever, pakken de trap of lopen een rondje na het eten. Een vrouw van 72 die op vijf hoog woonde, pakte altijd de lift. Nu de trap. Dat doet ze een paar keer per dag. In combinatie met andere eetgewoonten is ze 15 kilo afgevallen.”
Wie volgend jaar van de huisarts een verwijzing krijgt naar de leefstijlcoach, kan zich opmaken voor 7 maanden individuele en groepssessies. In de individuele sessie schat de coach in met wie hij te maken heeft. Wat is de gezinssituatie, zijn er eerdere afvalpogingen ondernomen, waarom lukte dat wel of niet. Het belangrijkste is de motivatie. Zonder lukt het niet. Daarom is Johannesma ook niet bang dat er straks 5 miljoen Nederlanders bij leefstijlcoaches op de stoep staan. “Het gaat om ongeveer 5 procent”, zo schat zij in.
Naast de individuele sessies zijn er de groepsbijeenkomsten. Die hebben allemaal een eigen thema, zoals voeding, bewegen, omgaan met stress, slapen en verleidingen van snacks tijdens feestjes weerstaan. Tijdens die gesprekken wordt informatie gegeven, geluisterd naar elkaars ervaringen en tips uitgewisseld.
De leefstijlcoach zoekt indien nodig geregeld contact met de deelnemers, via mail of de telefoon. Ook de huisarts, praktijkondersteuner, andere zorgprofessionals en buurtsportcoaches bieden op de achtergrond steun. Zo ontstaat een netwerk van professionals rond een deelnemer die hem of haar op het juiste pad houdt. Al begint het allemaal bij motivatie, zegt Johannesma. “Wie niet gemotiveerd is, houdt het niet vol en valt uit. Maar dat is een laag percentage.”
Wellicht omdat alleen de meest gemotiveerde groep meedeed aan de proef? Nee, juist niet, zegt Johannesma. ”Om mee te doen, had je een doorverwijzing van de huisarts nodig. Er was geen eigen bijdrage en geen eigen risico. Meer dan de helft van de deelnemers kwamen uit de lagere sociale klasse. Dat is de moeilijkste groep. Juist hen willen we bereiken.”
Om die groep te bereiken, is het belangrijk dat de leefstijlcoach buiten het eigen risico blijft, zegt Johannesma namens CZ. Ook het Zorginstituut adviseert dat. Het kabinet heeft het advies overgenomen. Alleen de Tweede Kamer moet nog instemmen.
(Geschreven door Marco Visser voor Trouw, 28 juni 2018)