Heel blij worden van intrinsiek gemotiveerde collega’s en van het netwerk dat je te danken hebt aan positieve gezondheid. En waarom moeten artsen niet zomaar ergens een ‘mesje inzetten’? We spraken erover met professor doctor Nanne de Vries, vice-decaan Faculteit Health, Medicine and Life Sciences en lid Raad van Bestuur van Maastricht UMC+ en Renaldo Secchi, stafadviseur vakgroep verpleegkunde van diezelfde organisatie.
Wat is de toegevoegde waarde van positieve gezondheid?
Nanne: “Geneeskundigen worden vaak ervan verdacht alle medische technieken toe te willen passen die ze maar kennen. Nu met positieve gezondheid en de steeds grotere rol van het andere gesprek maken zij andere afwegingen samen met hun patiënt. Het accent ligt meer op welbevinden, zingeving en zelfredzaamheid en dus niet alleen meer op de medische kant. Ook in de opleiding voor bijvoorbeeld dokters, gezondheidswetenschappers, verpleegkundigen en ergotherapeuten ligt de nadruk op positieve gezondheid. Dat is een heel goede ontwikkeling.” Renaldo: “Je moet veel verder kijken. Dat leren we alle zorgverleners. Ik zie het bij mezelf – ik ben verpleegkundige – ik kijk op dezelfde manier naar mijn eigen gezondheid als naar de gezondheid van patiënten. Soms ontdek je bijzondere oplossingen, die je totaal niet verwacht had.”
Wat heeft positieve gezondheid het MUMC+ gebracht?
Renaldo: “Ik heb een voorbeeld uit de dagelijkse praktijk, dat precies aangeeft wat positieve gezondheid brengt. Een vrouw van in de 80 loopt niet meer zo makkelijk. Tijdens een geriatrische check-up geeft de orthopeed aan te willen opereren. De dochter van de vrouw zegt hierop: ‘Mijn moeder wil graag bingomiddagen bezoeken en een kopje koffie kunnen drinken in de stad met haar vriendinnen. Kan ze dit na de operatie nog?’ Er valt een moment van stilte bij de arts waarop hij aangeeft dat opereren misschien niet zo’n goed idee is, omdat hij niet zeker weet of de klachten enkel vanuit de heup komen. Daarop wordt fysiotherapie opgeschaald en ergotherapie ingeschakeld. De vrouw heeft nog twee jaar genoten van haar onafhankelijkheid. Ik vind dit een mooi voorbeeld – en zo zijn er honderden – dat je anders moet leren kijken.” Nanne vult aan: “Eens te meer wordt duidelijk dat participatie belangrijker is dan de optimale behandeling. We zijn hier volop mee bezig in ons trainingsprogramma.”
Wat heeft het jullie persoonlijk gebracht?
Renaldo: “In 2018 heb ik de basistraining positieve gezondheid gevolgd. Ik heb toen uiteraard het spinnenweb ingevuld. Dat zit wel goed, dacht ik. Ik heb leuk werk en ben sportief en sociaal. Alleen de privé-werkbalans mag wel beter. Ik ben me ervan bewust geworden dat je eerst naar jezelf moeten kijken voordat je naar anderen kijkt. Dat heeft me veel gebracht. Ik kijk echt anders naar gezondheid.” Nanne: “Ik heb niet zo’n persoonlijk verhaal als Renaldo, maar door positieve gezondheid en meer specifiek nog door de Beweging Limburg Positief Gezond heb ik een mooi netwerk opgebouwd. Ik wil dat gaan benutten in Zuid-Limburg. Er zijn zo’n 40 initiatieven – en dat is natuurlijk niet voor niets want de gezondheidsverwachting is hier slecht – maar daar moet meer lijn in komen. Mijn netwerk is hierbij heel nuttig. We hebben een raamwerk zodat we weten wat er allemaal nodig is om de gezondheid van de Limburgers te bevorderen, ik ga me hard maken om al die kleine initiatieven te orkestreren.” Renaldo haakt hierop in: “Dat is een prima idee van Nanne. Ikzelf zet mijn netwerk in mijn omgeving in. Bijvoorbeeld in mijn rol als dagelijks bestuurslid bij de plaatselijke voetbalvereniging. Ik wil zoveel mogelijk mensen het voordeel van positieve gezondheid laten ondervinden. Het gedachtegoed uitdragen vind ik zeer inspirerend en motiverend.
Zo help ik zowel binnen als buiten het MUMC+ de olievlek te vergroten.”
Waar worden jullie blij van?
Nanne: “Het is fijn dat we een beweging hebben. Ik zou er heel blij van worden als het lukt om allerlei instanties, mensen en akkoorden die zich bezighouden met (positieve) gezondheid te verbinden. Ook word ik blij van studentpsychologen die met mij om tafel willen omdat ze ideeën hebben over positieve gezondheid in de dienstverlening naar hun studenten toe. Dat vind ik mooi.”
Renaldo: “Intrinsieke motivatie van artsen, paramedici en verpleegkundigen maakt mij heel blij. Meer concreet: ik kreeg pas geleden een mailtje van een gynaecoloog dat zij een gesprek met mij wilde hierover. Dan gaat het echt de goede kant op met positieve gezondheid. Ook intern zitten we niet stil. Het gaat nu terugkomen in ons HR-beleid, zodat we ook naar onze medewerkers toe het andere gesprek inzetten.”
‘Wat vraagt positieve gezondheid van de houding van professionals in een ziekenhuis richting patiënten?’
Dit is de vraag van Natasja van Montfoort en Mirjam Beelen van GGD Noord-Limburg.
Nanne: “Artsen verplaatsen zich helaas niet altijd in de beleefwereld van de patiënten. Ze moeten niet zomaar ergens een mesje inzetten. Ze hebben empathische gesprekstechnieken nodig. En wat vooral heel belangrijk is dat ze begrip opbrengen voor dat wat de patiënten doormaken. Hun patiënten moeten zo fijn mogelijk kunnen leven. Dat vraagt van de artsen een andere houding én behandeling.” Renaldo: “Over het algemeen verplaatst een verpleegkundige zich iets meer in de patiënt dan artsen, maar ook het inlevingsvermogen van verpleegkundigen is voor verbetering vatbaar. Het is een belangrijke mindshift die we moeten maken. Gelukkig is positieve gezondheid tegenwoordig in de opleiding verweven. Bij mij – en velen met mij – was dat niet het geval. We zijn van de ‘oude’ stempel. ‘Oké. U heeft iets aan uw hart, wij helpen u en wij vertellen hoe u thuis moet leven.’ Dat moet natuurlijk anders. Er zijn velen opgeleid vóór het positieve gezondheid tijdperk. Dat wordt dus nog een uitdaging, maar het gaat zeker lukken.”
Wat zouden jullie Thom Rutten en Esther Bloemen van Fontys willen vragen?
“Wat doen jullie met positieve gezondheid buiten de lesstof om? Dus meer richting jullie medewerkers en studentpsychologen. En is er een mogelijkheid om dit uit te bouwen?”