“Als ik vraag aan een patiënt hoe het met hem gaat - en dat doe ik altijd - dan moet ik ook de tijd hebben om naar het antwoord te luisteren.” En daar zorgen Roel Smeijsters en zijn collega-huisartsen voor bij huisartsenpraktijk Hartje Dorp in Munstergeleen. Zij ruimen meer tijd in per patiënt; 15 minuten in plaats van 10 minuten. En dat werkt goed. Er is meer aandacht voor de klacht en zo komen ze makkelijker uit bij allerlei thema’s waarbij hun patiënten ondersteuning nodig hebben. Aan het woord een happy professional.
Meer aandacht voor de klacht
Ik ben 20 jaar huisarts waarvan 15 jaar in Munstergeleen. In de loop van de tijd heb ik gemerkt dat mensen denken dat de huisarts weinig tijd heeft. En dus maar tjak tjak alles vertellen, want dan kan hij weer verder. En het zit juist vaak in heel andere dingen. Dus ik stel altijd de positief gezonde vraag: Hoe gaat het met je? Veel hulpverleners zijn daar wat bang voor, omdat het antwoord veel tijd kan kosten. Daarom hebben wij een ruimer spreekuur. Je komt zo beter en sneller achter de echte hulpvraag. Je komt erachter dat hoofdpijn bijvoorbeeld komt van de vele uren mantelzorg. Wij hebben dus meer aandacht voor de klacht. En dat krijg je door meer tijd. Het is zelfs zo dat we minder patiënten hoeven door te verwijzen naar het ziekenhuis. Door de klacht zelf op te lossen of door het inschakelen van specialisten vanuit het sociale domein of paramedische collega’s.
Happy professionals
"Ik werk al zo’n acht jaar op deze manier. Het gaat met vallen en opstaan. Wij zijn tevreden met de werkwijze, want we hebben meer grip op de zaak. We zitten ruimer in de huisartsen, hebben het daarom minder druk en hebben meer tijd voor die ene patiënt. Dat is voor iedereen fijn. Patiënten praten daarom veel makkelijker dan vroeger over relationele problemen, zorgen om de kinderen of problemen op het werk. Ik vind het heel fijn als mensen met een moeilijke vraag komen en dat ze na ons gesprek weten wat ze moeten doen. Door zelf tot inzicht te zijn gekomen of ergens bewust van te worden. Ze komen vaak met ‘hun hoofd in hun handen’ binnen en gaan met rechte rug weg. Dan hebben ze er duidelijk iets aan gehad. Dat vind ik mooi.
Practice what you preach
Zelf doen we ook aan Positieve Gezondheid. We fietsen onze visites. En we lunchen en wandelen tussen de middag samen. Ook proberen we aandacht voor elkaar te hebben. Door op z’n tijd aan elkaar te vragen: hoe gaat het met je? Het is practice what you preach. We kijken heel goed tijdens het sollicitatiegesprek of iemand bij ons en bij deze manier van werken past. De kandidaat krijgt een rondleiding door de praktijk en onze moestuin. We zijn een sociale praktijk die gezien wordt als wijksteunpunt. Tenminste dat hopen we. Mensen kunnen met allerhande vragen bij ons terecht. Ben je 65+ dan kun je bijvoorbeeld een gesprek aanvragen bij de praktijkondersteuner ouderenzorg. Dat is laagdrempeliger dan een consult bij de huisarts.
Ik ben ook maar een mens
Natuurlijk ben ook ik gewoon maar een mens en moet er moeite voor doen om altijd positief gezond te leven. Ik heb het bijvoorbeeld heel druk en nieuwe dingen vind ik best lastig. Bijvoorbeeld de rompslomp rondom verzekeringen of bankzaken. Hierbij moet ik dus hulp vragen én accepteren. Want ik hoef natuurlijk niet alles te weten. Dat is een aandachtspunt voor mij. Die onzekerheden mogen er zijn en die mag ik nog wat meer laten zien. Als hulpverlener denk je in eerste instantie: ik moet alles goed voor elkaar hebben, alles weten én alles aankunnen. Nu ik wat ouder word, weet ik dat mensen dat helemaal niet van mij verwachten. Zij hebben waarschijnlijk meer compassie met me als ik gewoon een mens blijk te zijn. Zo probeer ik het zelf in te vullen. Ik probeer hier open over te zijn. En me niet te veel als een dokter te gedragen.”
De vraag van Arno Hanssen, HR stafdirecteur bij Meander: ‘Positieve Gezondheid gaat uit van het zoveel mogelijk in staat zijn om eigen regie te nemen. Maar daar zit een paradox in. Want WIJ vinden het dus belangrijk dat mensen eigen regie nemen. Eigen regie kan voor iemand ook zijn: op de bank liggen met bier en een zak popcorn. Hoe ga jij hiermee om?’
“Iedereen is gemotiveerd, maar niet altijd in de richting die jij wilt. Dus je moet sowieso nooit gedrag afkeuren. Iemand heeft een motivatie hiervoor die jij misschien nog niet kent. Op de bank liggen en bier drinken is niet goed voor je. Maar als die persoon daarvóór zwaar depressief was en alleen maar in bed lag, is dit al winst. We moeten dus niet te snel oordelen. Die neiging hebben we wel. Ik zou niet veroordelende vragen stellen, maar het gesprek aangaan: Je ligt op de bank; waarom? Je drinkt bier; drink je graag bier? Drink je ook wel eens alcoholvrij bier? Vind je triple ook lekker? Heb interesse. Want vanuit die interactie kan ooit iets – misschien wel een oplossing – komen. Geloof me, die man komt echt niet van de bank als ik zeg: Kom op, ga eens drie keer per week hardlopen.”
Wat is jouw vraag voor Helen Bours van het landelijke kennisnetwerk Welzijn op Recept?
“Welzijn is zo’n begrip van gezond eten, niet roken, genieten met mate. Het zijn ook wel open deuren. Hoe krijg je dat op een persoonlijke manier aan de man/vrouw gebracht? Dat iemand zich er persoonlijk door aangesproken voelt, zodat hij zijn gedrag ten goede verandert.”