Farèn werkte in Teheran als sportdocent, en wilde die carrière twee
decennia geleden in Nederland vervolgen. “Mijn Nederlands was nog niet
goed, en de leerlingen van Fontys in Tilburg lachten me uit. Ik ging
iedere dag huilend naar huis. Ik had al een heel leven achter me, was
eigenwijs en altijd onafhankelijk geweest. Dus dat werd het niet”. Faren
begon een studie Maatschappelijk werk. Die ambitie bracht haar
uiteindelijk naar Maastricht.
“Ik werkte onder andere voor Xonar, de Koraalgroep, voor vluchtelingen. Maar ik wilde ook graag horen wat er goed gaat. En niet alleen wat mis gaat. Daar had ik behoefte aan. Samenwerken, maar luchtiger. Wat is mooier dan samen te eten en te praten? Daarom ben ik dit restaurant gestart.”